--"Ons Dagboek"--

Dit is de rubriek die volledig voor poëzie en proza is voorbehouden.

Dtm
Lid geworden op: 09 apr 2011, 15:00

03 jun 2011, 13:19







De geur van een dagboek


Het woord 'dagboek' ruikt naar bakvisjes.
Acne en zalfjes. Waarin niet het drama van de dood
maar het lijden van het leven begraven wordt.

De rouw van het verlies. Het ontrouwe lief.
En de enige vriend die dan nog wacht op hun kamer
is dan: 'dag dagboek'.

Jongens schrijven geen dagboek.
Zij vieren hun testosteron op straat.
Als een vlieger die ze oplaten. Met kameraden.

Dagboeken zijn voor miezerige meisjes
die lijden onder het verlies van een eitje.
En periodieke tranen.

Hoewel, Pessoa schreef 'Het boek der rusteloosheid'.
En Leonard Nolens zijn 'Dagboek van een dichter'.
Maar er zijn verschillen.

Zij graven beiden diep in de hoven
van hun terra incognita, het universum van de 'cortex'.
Puberale meisjes verdwalen in verdriet.

Zelf tast ik elke ochtend af.

Dichters wikkel ik in linnen en leeslinten.
Ik verzamel licht in woorden, en leg het op tafel,
notuleer het phraseren van de wind

en het gefrazel van hagen,
leg tulpen te slapen,
en verlang naar het komen en gaan

van steeds maar dezelfde dagen.





denook
Lid geworden op: 20 aug 2006, 13:25
Locatie: Vlaams-Brabant

05 jun 2011, 13:21

Denook kwam met een nieuw stukje aandraven.
Ik zag in zijn ogen dat de inhoud iets waardevols bevatte.
Toen ik opmerkte wat ik ontdekt had, kreeg ik (-nogmaals-)
toelating om hier zelf eerst enkele regels achter te laten.

Ik deed dus een ontdekking, waar hij geen weet van had, ook al is hij
verstandiger dan ik en heeft hij meer armruimte om overal te geraken.

Het betreft mij, ons dagboek.
Een der eerste bezoekers bij mijn geboorte en nu weer bij mijn tweede
verjaardag, blijkt dezelfde schrijver te zijn.
Ik onthoud scherp de beelden van de aangezichten boven mijn bladen,
nadenkend, soms in de verte starend, terwijl ze schrijven.
Een mooi baardje, verzorgde kledij, hemd met strikje of das ...
aan dat laatste twijfel ik.
Waar ik niet aan twijfel, is, dat door de namen heen, want het zijn wel
twee verschillende namen, een zelfde beeld me bijblijft: dat van een
rustige, wijze, fijngevoelige dichtersziel.

ons dagboek

ria
Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
Locatie: waar het goed is om wonen...

11 jun 2011, 21:02

zonder foto, maar met dezelfde vreugde,

Aan denook en alle bezoekers
een vreugdevol Pinsterfeest,

ria :)
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.

denook
Lid geworden op: 20 aug 2006, 13:25
Locatie: Vlaams-Brabant

17 jun 2011, 10:13

een buitengewone vriendschap – een onvolprezen liefde,

Het ‘kotteken’is hier reeds dikwijls bezongen, bejubeld, bewierookt, alle eer aangedaan.
En och arme … een doodgewone strandcabine, ergens langs de Belgische kust.
Neen, allen die hier langs komen, neen, geen gewone strandcabine ergens aan …;‘de’ strandcabine, in Wenduine, prinses der Belgische badsteden.
Ik zal niet nog een keer al de troeven bovenhalen. Alleen kort: het is er rustig, enig mooi, met links en rechts andere strandcabines die weinig worden bewoond, met erachter de duinen tussen Wenduine en De Haan, met ervoor de zee, zoals de zee nergens anders is, niet bij dag, niet bij zonsondergang, zelfs niet bij minder goed weer.
Ontelbare uren werd er genoten: alleen, schrijvend of wegdromend, met een goede vriend of vriendin bij een zalig gesprek, met familie en kinderen en zien hoe goed het toch is. Wie vroeger over het kotteken las weet ook van een paar merkwaardige ontmoetingen met sennetleden.

En dan was er vrijdag na Hemelvaart 2011!
Liefst negen mensen hadden er verzamelen geblazen. Alhoewel geen familie van elkaar was er toch een band die hen samen hield: ze hadden allen iets te maken met Sint-Blasius, de kliniek in Dendermonde, waar ook denook nog elke woensdag actief is.
Even een korte babbel rond de kliniek, veranderen van onderwerp, vooral genieten . Er was een pick-nick ter plaatse en ’s avonds was er het etentje bij ‘den Thai’, het ‘stam’- restaurant van denook als hij aan zee is.

Het gezelschap: kinesist Peter met vrouwtje Wendy en hun drie kwajongens. Peter is de opdrachtgever van denook in de kliniek en beiden hebben een meer dan collegiale band.
Er was ook Marijke.
Marijke is de enige verpleegster van wie denook de naam kent; niet alleen omdat hij vlug namen vergeet, doch vooral omdat een vroegere fijne relatie van hem ook… Marijke heette. Marijke was er met haar dochter Celine, een leerlinge in het vijfde leerjaar.
Celine is het resultaat van een overzeese, verbroken relatie; voor Marijke geldt nu nog één opdracht in het leven: haar dochter. Met een constant geleide opvoeding, afschermen van negatieve invloeden, zichzelf voortdurend wegcijferend, wil ze de motor zijn die meehelpt om Celine een eigen stevige plaats te zoeken in de wereld. Met wat ik hoorde en zag is ze op goeie weg; getuige ook de ogen van Celine die me al wijs aankeken.

De buitengewone vriendschap, zoals in de aanhef hier te lezen, is er een van Marijke en Tinne. Beiden leerden elkaar kennen tijdens hun studies en sindsdien zijn ze onafscheidelijke vriendinnen gebleven.
En waar blijft de onvolprezen liefde, hierboven vermeld?
Voor mensen wiens gemoed vlug vol loopt… haal de zakdoekjes maar boven…

Tinne werkte als jonge verpleegster in een instelling voor zwaar lichamelijk gehandicapten. Daar leerde ze Patrick kennen: een sportieve jongeman, die bij een duikongeval enkele wervels brak en sindsdien is verlamd.
Ik geef geen opsomming van hoe weinig hij nog kan – weinig; noch van hoeveel handelingen hij niet meer kan – veel.
Geestelijk is hij meer dan begaafd en met een penseel of potlood in de mond kan hij wondermooie dingen creëren. Dat is het.

En het wonder gebeurde: de jonge Tinne, aan wiens voeten een leven vol verwachtingen lag, werd verliefd op Patrick, gekluisterd in de rolstoel. Deze schijnbaar onmogelijke liefde groeit nog steeds. Het zou me niet verwonderen als andere koppels, waar het al eens minder gaat, zich herpakken en resoluut doorgaan, met het droomvoorbeeld van Tinne en Patrick voor ogen. Ondertussen zijn ze ook getrouwd; als om te zeggen, te tonen, te laten voelen aan iedereen hoe waardevol hun geluk en liefde wel is.

Tinne werkt nog steeds in de instelling waar ze Patrick leerde kennen; Marijke werkt zoals gezegd in St-Blasius Dendermonde. Beiden hebben één week-end op twee dienst.
Het is zo geregeld dat die week-ends voor beiden samenvallen. Het andere week-end doen ze steeds iets samen: Marijke en Celine en Tinne en Patrick: vier mensen, waar voor ieder van hen, de drie anderen altijd onvervangbaar zullen blijven.

Lieve mensen die hier lezen: dit alles zou een beschrijving van een fragment uit een soap kunnen zijn. Dat is het gelukkig niet. Het is de werkelijkheid zoals ik ze mocht ervaren en aanvoelen. En ja, het liet ook bij mij sporen na…

denook

littlestar
Lid geworden op: 16 jan 2008, 19:42

18 jun 2011, 18:43

Eén dag uit het leven van …

Raar, vanmorgen stond ik op met een helderblauwe lucht en stralende zonneschijn, maar de warme kriebels om daarvan te genieten bleven uit. Op automatische piloot een kattenwasje, ontbijten en met één hand wat opruimen, maar mijn pestbui bleef hangen. Radio luisteren, tv-kijken, krant lezen, puzzelen, niets lukte mij vandaag. Kortom, met mij viel geen land te bezeilen.
Ik verwittigde uit voorzorg mijn huisgenoot over het naderend onheil dat boven zijn hoofd hing.
“Ik kan vandaag niet overweg met mezelf” zei ik “ik ben echt niet te genieten.”
Mijn woorden waren nog niet koud of we hadden reeds de eerste aanvaring.
“Amaai, jij bent een lastige zieke” slingerde manlief me naar het hoofd. Ik keek hem even aan, onverschillig de schouders ophalend. “Ja, ik ben echt wel lastig vandaag, ik heb je toch verwittigd!” sneerde ik terug.
“Moet je dan met zo’n gezicht rondlopen” ging hij verder.
“Ik heb zo’n gezicht van moeder natuur gekregen, daar kan ik niets aan doen” verdedigde ik me zwak, wetend dat mijn gevoel dik in de fout ging.
Ik was niet eens ongelukkig, eigenlijk was er letterlijk niets. Dat is echt een raar gevoel, leven in het “niets”. Ver in mijn geheugen zoekend wist ik dat deze toestand niet zou blijven, maar ik kon de knop niet omdraaien.
De hele dag heb ik geprobeerd om me zo onzichtbaar mogelijk door het huis te verplaatsen, maar zelfs dat lukte niet echt. De onmacht om uit te leggen wat ik voelde, of beter gezegd niet voelde liet mij helemaal dichtklappen.
De thuisverpleegster belde aan en begroette mij opgewekt. We kennen elkaar, ze was al enkele keren mijn reddende engel geweest bij vorige operaties. Haar opgewekt gebabbel kon ook niet tot mij doordringen.
“Vertel eens wat er juist moet gebeuren, wat heeft de dokter gezegd?” vroeg ze.
Eigenlijk was de uitleg van de dokter over de nazorg heel summier en wist ik zelf niet hoe de operatiewonde moest verzorgd worden.
“Bekijk jij het maar, er is iets gezegd van wieken in de wonden te steken en verder weet ik het ook niet” mokte ik.
Als ze mijn humeur al opmerkte, liet An totaal niets merken en begon de windels weg te snijden.
“Oeps, dat zijn drie serieuze gaten die er in uw hand gemaakt zijn, daar zullen we wel enkele dagen wieken moeten instoppen” babbelde ze rustig verder en begon met alles keurig te ontsmetten.
Ik schrok ook van de ravage die de dokter in mijn handpalm gemaakt had, dat was heel wat anders dan de kleine sneetjes die ik verwacht had.
“Het zou wel wat pijn kunnen doen” verwittigde An, “ik moet die gaasjes erin stoppen.”
Vijf lange minuten werd ik “gemarteld”, iedere prik was op een zenuw, een korte helse pijn, de tranen sprongen in mijn ogen. Ik snikte nog even na toen alles weer netjes ingepakt was.
“Oef, daar zijn we weeral doorheen, dat heb je goed gedaan” troostte ik An die zich in alle bochten wrong om zich te verontschuldigen voor de pijn die ze mij moest aandoen.
Met mijn stoere zelf kon ik zelfs een gemeende glimlach toveren en haar geruststellen.
Nadat An vertrokken was kwamen de echte tranen, kort maar heftig. De opgekropte emoties van de operatie, de pijn, geen uitleg over de nazorg, de onmacht om te sporten, de vakantie met de kleinkinderen die grondig verstoord ging zijn, al mijn frustraties braken ineens los.
Ik begreep eindelijk waarom ik me vandaag zo anders gevoeld had, ik begreep eindelijk mezelf. Huilend ben ik troost gaan zoeken in de armen van mijn echtgenoot, een warm moment dat ik niet had willen missen.
We zijn ondertussen 10 dagen verder, de genezing verloopt prima en de zon schijnt zelfs met dit regenweer.

Littlestar

lotte
Lid geworden op: 26 apr 2005, 13:47
Locatie: Tielt

27 jun 2011, 21:19

Hij heeft er geen idee van wie ik ben…

Moe, ontgoocheld door weer een dag die niet verliep is zoals ik me had voorgenomen.
Ik kan er niet meer naastkijken, parkinson dementie,
het is een gegeven dat iedere dag een stukje reëler wordt.

Gaarne hou ik de touwtjes in handen,
maar heb nu de handen vol aan mijn eigen twijfels.

lotte.

denook
Lid geworden op: 20 aug 2006, 13:25
Locatie: Vlaams-Brabant

06 jul 2011, 22:21

Onderzoek van uw geweten.


Wat een titel! Welke geheimzinnigheid schuilt achter deze woorden?
En is dat wel een dagboekonderwerp?
Op de laatste vraag volgt onderaan dit schrijven het eenvoudige antwoord.

“Onderzoek van uw geweten!”
Honderden keren heb ik dit bevel, ook aan mij gericht, moeten aanhoren, in de hoge kapel, waar alle klanken bleven nagalmen.
Zowat zestig jaar geleden startte ik mijn humaniora studies, als intern-student in een streng bisschoppelijk college.
Dàt waren nog internaten! Binnenkomen op 31augustusn vóór 18 uur.
Eerste maal terug naar huis op de laatste zaterdag van september of de eerste van oktober. Op zaterdag was er les tot 16 uur. De dag waarop de internen naar huis mochten, eindigde men uitzonderlijk om 12 uur. Een intern die de voorbije maand iets mispeuterde – hoe petieterig klein ook de fout – mocht dan toch maar vertrekken om 16 uur … en natuurlijk ’s anderendaags terug binnen vóór 18 uur.
Zes jaar lang, de ganse humaniora, heb ik alles meegemaakt; ja, ook als 18-jarige.
( Ik mocht als 12-jarige niet starten, doch moest vooraf een 7-de jaar lager ondergaan; dit alleen omdat ik de lagere school niet in het college, doch in een dorpsschooltje doorliep. Tijdens dat 7-de jaartje reed ik elke dag op en af met de bus. Voor de humaniora kozen mijn ouders resoluut voor het internaat. De reden hiervoor duidelijk uitleggen vergt minstens een ganse bladzijde; laat dus maar – wil niet verder afwijken.)

Iedere dag - lees goed: iedere dag – eindigde steevast met een avondgebed; alle leerlingen om 21 uur richting kapel.
Met blote knieën (- de meesten toch-), geknield op harde rieten stoelen, alle ogen richting tabernakel. Als het eenmaal muisstil was geworden, klonk, steeds op dezelfde harde toon: “onderzoek van uw geweten”, de stem van de priester-subregent.
Dan gingen alle handen voor de aangezichten, ellebogen steunend op de smalle stoelplankjes. Enkele minuten lang overliepen we in gedachten wat we die dag allemaal konden ‘misdaan’ hebben.
Als de man vooraan dacht dat het voldoende was klonk het: “akte van berouw”, gevolgd door de akten van geloof, hoop en liefde, de twaalf artikelen des geloofs, menig ‘Onze Vader’ en ‘Weesgegroet’, een litanie en nog wat vrome gebeden.
We dreunden alles af, zomaar uit het hoofd.
Daarna waren we klaar om het bed op te zoeken. Zo eindigde iedere dag.
En hoe begon elke volgende dag?
Met een misviering, voorafgegaan door een morgengebed; alles samen ongeveer één uur. Dat allemaal vóór het ontbijt en … nuchter!
Natuurlijk nuchter; we moesten ‘te communie gaan’. Er werd verwacht (-eigenlijk geëist-) dat iedereen elke dag ‘te communie ging’.
We waren toen sterk doordrongen van zondebesef en schuldgevoelens.
Er waren kleine (-dagelijkse-) zonden en grote (-dood-)zonden. Bij een doodzonde mocht men de communie niet ontvangen; we zouden ook niet gedurfd hebben.

Nog een glimlach om te eindigen – toen wel volle ernst.
De jongens – het waren natuurlijk allemaal jongens – die de nacht voordien op hun ‘chambretteken’ de handen niet altijd boven de dekens hadden gehouden, en dus tijdelijk in grote zonde leefden, moesten toch ter Heilige Tafel kunnen naderen…
Oplossing.
Tijdens de mis kwam elke dag een priester (-priesterleraar-) de ‘biecht horen’.
In twee rijen schoven de zondaars aan om nog vlug in orde te geraken.
De anderen, de zuiveren voor die dag, stootten elkaar dan soms voorzichtig aan, met een monkellachje, niet te opvallend; morgen waren zij misschien de aanschuivers.

Denook

- Oh ja, wat komt dat nu in ons dagboek doen?
De man, priester-subregent, die de strenge hand hield over ons jonge leven, is vorige week overleden; nu pas – dus heel oud geworden.
Ik kon over het overlijden een kort dagboekfragmentje schrijven; doch opteerde liever om dit feit als aanloop te gebruiken voor een langer schrijven.

- Misschien schrijf ik later nog wat meer over het leven in dat internaat, jaren 1950. Inspiratie zat door dat onderwerp; met de ogen en de geest van nu niet te begrijpen – laat staan te geloven…

lotte
Lid geworden op: 26 apr 2005, 13:47
Locatie: Tielt

13 jul 2011, 00:47

Broer,

jouw Zuid-Afrikaanse vrienden
landen morgenvroeg
het heeft niet gemogen

maar sedert je bij ons wegging
ben je overal
geef toch een teken
leg een hand op hun, op mijn schouder
zover kun je toch niet zijn

lotte.

littlestar
Lid geworden op: 16 jan 2008, 19:42

19 jul 2011, 20:10

Vakantiegenoegen


Maandagmorgen duikelden mijn twee kleinkinderen de huiskamer binnen. Ze kwamen een week op vakantie bij oma en opa. Veelbetekenend keken mijn man en ik naar elkaar. Onze dierbare rust verdween eensklaps met de noorderzon.
“Kom oma, ik wil fietsen” riep Bieke en trok mij mee de garage in. Gelukkig was het weer ons gunstig gezind en konden ze beiden aan hun “ronde van Frankrijk” beginnen. Stan, die de kansen van Cancellara verdedigde, probeerde steeds zijn zusje voor te blijven en na iedere “rit” riep hij glunderend : “Ik heb gewonnen.” Met luide kreten en pretoogjes van plezier palmden ze onze tuin en die van de buren in.
Ondertussen pleegde ik druk overleg met mijn man hoe we de dag verder zouden indelen. Stan moet nog 5 worden en Bieke verjaarde net vandaag, 3 jaar. We besloten om toch een uitstapje met de fiets te wagen en het nabij gelegen bos is uitermate geschikt om onze ukjes, ver weg van auto’s en ander verkeer, fietservaring te laten opdoen. Stan, met zijn “politiefiets”, volgde al aardig onze raadgevingen op, maar Bieke reed dapper en vol overgave zigzaggend over het bospaadje. Het is een taaie, die kleine meid, ze laat zich niet kennen, moeilijk gaat ook is haar motto. Maar na het fietsen en het middageten moest ze zich toch gewonnen geven . Klaas vaak nam het van haar over en ze sliep lang en diep. En dat hebben we ’s avonds geweten. Toen was klaas in geen velden te bespeuren. Die kleine bengels maakten van hun slaapkamer een binnenspeeltuin. In en uit het bed, trampoline springen, verstoppertje, het kon niet op. Best interessant om te zien hoe zo’n klein gespuis als volleerde kabaalmakers,ons, volwassenen, probeerden te manipuleren. Wij hebben ook samengespannen, oma en opa, om heel alert alle kleine en grote probleempjes aan te pakken. Naarmate de week vorderde, werden onze bengels rustiger en kalmer. Tja, en net als we tegen elkaar konden zeggen, nu weten we hoe we ze moeten aanpakken was onze “stage” voorbij. Moe maar tevreden kijken we terug op deze meer dan leerzame week voor jong en oud.

Littlestar

denook
Lid geworden op: 20 aug 2006, 13:25
Locatie: Vlaams-Brabant

19 jul 2011, 22:19

Stemmige nieuwe ervaring in de herfst van het leven,

Eenmaal zeventig voorbij durf ik beweren dat de herfst van het leven is aangebroken: herfst met prachtige kleuren, dromerige nevels in de ochtend, vroegere avonden … maar de zomer met zijn onstuimig leven is voorbij.
Gelukkig heeft elke leeftijd zijn eigen charmes.
Bij de ouderen die ik ken schiet een gesprek meestal enthousiast vooruit, eenmaal ze over vroeger mogen uitweiden, met details van gebeurtenissen, meer dan zestig jaar oud, verteld met nog een twinkeling in de ogen, alsof het allemaal nu gebeurt.
Dikwijls is de eindconclusie van een dergelijk gesprek samen te vatten met “we moeten geen plannen maken voor binnen vijf jaar, zelfs niet voor volgend jaar. Laat ons genietend terugkijken op wat voorbij is en dag na dag onze herinneringen koesteren.”
Ik vecht zelf voortdurend met deze gedachten; wil me niet steeds betrappen op terugblikken naar …, hervallen in …, wegdromen in nostalgie.
Ik tracht te onderhouden wat er was: muziek beleven met ook nog regelmatig een concert, de wiskunde, met het bijwerken van een gemotiveerde leerling die iets te hoog heeft gegrepen doch er wil geraken, de kleinkinderen waar ik nog voor inspring, de grote tuin, die wel jaar na jaar moeilijker is bij te houden, maar toch … ik laat niet graag dingen verdwijnen wegens … te oud denook.

Nieuwe ervaringen, nieuwe toestanden, zijn niet aan mij besteed, doch als ze me overvallen, plots, dan kan mijn gemoed geroerd raken en in mijn hoofd moet dan ‘opgeschoven’ worden om het ‘plotse’ een plaats(je) te geven.

Dit als inleiding voor wat me vandaag overkwam en blijft natrillen, zodat ook ‘ons dagboek’ het mag weten.

We gingen naar de uitvaartdienst van een man van 68 jaar.
Twee weken geleden werd hem verteld dat hij nog hooguit veertien dagen te leven had. Zijn laatste dagen beschrijven zou ook een indringend stukje dagboek opleveren: een voorbeeld van optimisme, hoe moeilijk ook te begrijpen. Op zondagavond nog, in zijn tuin onder de bomen, met vrienden (-hij had er vele en échte -), lachen, plezieren, drinken ook, zonder het woordje ‘dood’ te laten vallen. Alles, maar dan ook alles, zelf regelen in rust en gelatenheid, tot zelfs de menu van de rouwmaaltijd.

En dan was er de uitvaart in het voor ons verre West-Vlaamse Tielt.
Ontelbare uitvaarten maakte ik mee, in kerken, grote en kleine, met veel of weinig rouwenden. Ook in crematoria zijn er uitvaarten, voor mensen die liever geen kerk (meer) kiezen: vooraf een dienst ter plaatse, dan de koffie, terwijl de crematie plaats vindt, en dan naar huis, met de urne en as van de overledene.
Vandaag, en nu ga ik terug naar de hoofding van dit schrijven “stemmige nieuwe ervaring”, waren we dus in Tielt.
Geen kerk, geen crematorium, maar een funerarium, met een grote, gepast verlichte, sobere, doch zeer sfeervolle aula.
Er waren meer dan tweehonderd aanwezigen, gezeten op warme, gezellig aangeklede banken.
Vooraf was er muziek, doch die klonk zo zacht, dat men stil moest zijn om ze te horen. Het was er ook aandoenlijk stil; ik dacht onwillekeurig aan een kerkuitvaart van een paar weken geleden, waar, voor de dienst begon, links en rechts van mij, eerder luidruchtig werd gepraat.

Het was dus een aula, geen kerk; doch er werd gebeden, ook gezamenlijk voor wie wou meebidden.
Aangepaste teksten, aangepaste muziek (- begeleid door een fotoreportage van de laatste dagen van John; alleen lachende gezichten-), een begroeting bij de kist met een buiging van het hoofd of een besprenkeling in de vorm van een kruis met gewijd water.
John dronk graag een ‘Duvel’. Naast zijn kist stond een ‘Duvel’ en aangepast glas. De bijzondere tekst, gebracht door schoonbroer Herman, eindigde bij het aftrekken van het flesje en een laatste dronk richting John.
Kinderen die hem kenden als grote vriend toonden hun tekeningen en eentje las een zelf geschreven gedichtje.
De sfeer en stemming laten aanvoelen is moeilijk; doch het was er allemaal.

Ik wil eindigen met een bijgedachte bij dit gebeuren.
Moest ik naar het verre oerchristelijke Tielt, om, buiten een kerkgebouw, iets dergelijks te mogen meemaken? Deze namiddag belde ik enkele funeraria in onze streek.
Er was er één waar men ooit zestig mensen, staande, aan een uitvaartplechtigheidje had laten deelnemen. Bij de anderen niets.

denook

ps: - bij het einde van de dienst werd – zoals in onze kerken – een kaarsje met naamkaartje bijgezet op een rij. Deze rij was reeds zeer lang en startte begin dit jaar.
Ik maakte dus iets moois mee, totaal nieuw voor mij, doch in het achterlijke (?) West-Vlaanderen al volop ingeburgerd.

- zus van John, trouw sennetlid, beste vriendin, we waren er graag bij.

ria
Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
Locatie: waar het goed is om wonen...

25 jul 2011, 14:53

Wit schemert in de avondlucht,
laat zich door niets weerhouden;
het groet U en zoent mij
ik voel mij geborgen,
dankbaar en blij

ria
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.

Wiana
Lid geworden op: 24 okt 2004, 19:04
Locatie: Brugge

30 jul 2011, 18:33

Onze eerste zorgen-voor-zaterdagmiddagmaal bij ma ...
Het smaakte; deed ons deugd,
en toch ,
het was niet zoals vroeger ;
kan het ook nooit meer worden...

De koptelefoon
op het witte, gelaten, zo intriest hoofdje van ons ma.
Er was zoveel gezegd,
zoveel onzekerheid en angst geweest :
was de uitvaart van John
haar (onze) John wel waardig ?
Ongeloof en wantrouwen :
wat hadden wij ervan gemaakt ? !

Ingespannen las en keek en luisterde,
las ze elk woord , elke letter van de uitvaart mee...
de film
was wat ze had moeten missen,

alleen toen, thuis ...samen met onze Kiara
( de hondenschat : blaft zelden of nooit,
maar toen, die voormiddag,
stond ze grommend, de haren overeind
naast ons ma :
niemand kon bij ma komen ...
Dieren ....)

Achteraf :
" 't Is toch zo mooi geweest "

Dank je, ma !
HP Notebook - Windows10 Home
Intel(R)Core(TM)i5 - 6200U CPU@2.30GHz -2.40GHz
RAM 7,92 GB - 64bits best.x64-proces.

ria
Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
Locatie: waar het goed is om wonen...

03 aug 2011, 19:34

Ik heb een ommetje gemaakt.

Omdat mijn verhaal zonder foto's niet de helft zou zijn,
plaats ik de link.
Ik hoop op uw begrip, denook.
Dank
ria
http://www.seniorennet.be/forum/viewtop ... 18#3349318
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.

littlestar
Lid geworden op: 16 jan 2008, 19:42

13 aug 2011, 16:58

Een rare verjaardag

Mijn verjaardag 2011

Eens per jaar mag ik, net zoals iedereen, mijn verjaardag vieren. Door mijn operaties en herstelperiodes van de laatste vijf jaar, was die dag een beetje in onbruik geraakt. Heel groots moest het niet worden, maar enkele nabije mensen nodigde ik dit jaar ik toch weer uit. Met veel plezier en inzet maakte ik voor ons achten een heerlijk koud buffet. Mijn ventje had de dag voordien de koude soep klaargemaakt en de taarten werden aangekocht.
Mijn visschotel zag er beeldig uit, maar de eerste tekenen dat die dag niet vlekkeloos zou verlopen ondervond ik, toen ik na lang passen en meten, die schotel niet in de ijskast kreeg. Mijn echtgenoot probeerde mij ervan te overtuigen dat die schotel er nooit ingegaan was, maar ik was er heilig van overtuigd van wel. Na enkele pittige woordenwisselingen en lang zwoegen en wroeten kreeg de schotel er zelf genoeg van en zakte de hele inhoud naar beneden. Gelukkig belette de versheidfolie dat alle lekkernijen op de grond terecht smakten en met een beetje oplapwerk zag de schotel er bijna even mooi uit als voordien. Ik verzweeg wijselijk mijn klein ongevalletje voor mijn echtgenoot, maar een ongemakkelijk voorgevoel over het verdere verloop van mijn verjaardag bleef in mijn hoofd hangen.
Ik plofte neer in de sofa om nog van een half uurtje rust te genieten toen de telefoon ging.
“Hallo met mij” sprak ik vreugdevol hopend op leuke verjaardagswensen.
“Ja, ik ben het maar, mijn rug doet weer zo’n pijn. Ik heb alleen maar een paar stenen buiten proper gemaakt met javel en ik heb het weer” stotterde mijn oudste zus. “Ik kan niets meer doen en Rik die trekt zich daar niets van aan. Alles is goed genoeg voor hem, die ziet niet eens dat die stenen groen worden. Alles moet ik hem zeggen, hij doet niets uit zichzelf en ik kan het niet meer Dat is erg als je zelf niets meer kunt” jammerde mijn zus. Wij hebben alleen nog telefonisch contact als haar man van huis is want zij mag haar familie niet meer zien.
“Ja zusje, je kent hem al veel langer hé, hij zal niet meer veranderen” suste ik, ondertussen, wetende dat ze mijn verjaardag glad vergeten was. Na twintig minuten klagen, verhalen die ik al meer dan dertig jaar aanhoor, werd ik verlost door de bel.
“De bel gaat, ik krijg volk” zei ik.
“Hier komt nooit iemand” jammerde ze verder “Allee, ik ga je dan maar laten” sprak ze stil en ze verbrak plots de verbinding. Ik kreeg niet eens de kans om deftig afscheid te nemen.
Een paar keer diep zuchten, gedachten omkieperen, afstand nemen en met de glimlach mijn eerste gasten ontvangen.
Schoonzus en schoonbroer stopten een prachtig bloemstuk in mijn handen en vlak daarop kwamen onze buren met heerlijke pralines en een lekkere cava. We waren nog niet gezeten toen mijn andere zus langs achter binnenslofte, samen met haar echtgenoot. Ze droeg een plastic zakje dat ze naast de kast neerzette. Met gebogen rug en verkrampt gezicht zocht zij een plekje om te zitten. Voorzichtig zette zij zich half op een stoel. Ze vergat me een gelukkige verjaardag te wensen.
“Moet je een kussen hebben om op te zitten” vroeg ik bezorgd.
“Ja” fluisterde zij stil en keek met dankbare ogen naar mij. Haar stem klonk erg zwak en tegen het gebabbel van de groep kon ze niet op. Ik bekommerde me om haar en probeerde haar wat op te vrolijken. Ze was onlangs geopereerd aan haar been, met een ballonnetje via de lies de ader open gemaakt en er waren verwikkelingen. Dinsdag zou haar andere been aan de beurt komen en de schrik zat er bij haar behoorlijk in. Na een tijdje stilte staat zij opeens recht en toonde de resultaten van haar operatie aan de genodigden, broek naar beneden en de schade toegebracht door de operatie werd zomaar in de groep gegooid. Ongemakkelijke blikken, ongeloof, zenuwachtig gelach, maar ook begrip cirkelden heen en weer. Mijn hersenen konden de link niet leggen tussen feesten en operaties en ik was niet de enige. Mijn zus kreeg nu de aandacht die ze zo nodig had en vertelde over haar operatie. Voor mij had het lang genoeg geduurd, ik had al geduldig geluisterd naar de verhalen over haar ongemakken.
“Je kan hier nooit winnen als het over ziekenhuisverhalen gaat, schoonbroer steekt met kop en nek boven iedereen uit” onderbrak ik haar. Omdat ik de sfeer niet helemaal wou verpest zien trachtte ik het gesprek een andere wending te geven. Direct hervatten mijn gasten hun geanimeerd gesprek en mijn zus zweeg en luisterde.
Na enige tijd rommelde ze in haar plastic zakje, haalde er een boekje uit.
“Dat moet je eens voorlezen ” gaf ze me de opdracht, “mijn stem is nu veel te zwak om het zelf te doen. Ze hebben mijn stembanden gekwetst tijdens de narcose”.
“Zus, de mensen zijn niet in de stemming om nu diepzinnige teksten te aanhoren, dat gaat niet samen met alcohol drinken” sputterde ik tegen. Om niet helemaal onbeleefd te zijn stelde ik voor om de tekst door te geven. Iedereen kon dan zelf bepalen hoeveel tijd ze namen om zich te verdiepen in de voor deze gelegenheid wat misplaatste tekst.
Ondertussen waren de andere gasten druk in gesprek. Ik had me alleen nog maar met haar bezig gehouden en slechts flarden van de gesprekken opgevangen. Haar echtgenoot, ondertussen helemaal in de stemming, sprak vol vuur over de huidige Belgische politiek. Mijn zus wou hem onderbreken, waarop hij heel krachtig “Zwijg!” riep. Ze kwam wel meer dan eens op de verkeerde momenten tussen en hij kon er niet meer tegen. Zonder iets te zeggen stond mijn zus recht en stapte naar buiten, iedereen verweesd achterlatend.
Veel sneller dan ik kon bedenken hoe ik hierop moest reageren was ze verdwenen. Na enkele minuten stelde ik voor om haar te gaan zoeken met mijn fiets, want helemaal gerust in haar daden waren wij niet. Gelukkig had zij de autosleutels niet en door haar ongemakken kon ze ook niet snel stappen. Na een kwartiertje zag ik een hoopje ellende wandelen en stopte ik bij haar, ondertussen bijna wanhopig naar een oplossing zoeken, wetend dat het nooit goed zou komen als ik man en vrouw terug aan de feesttafel zou zetten. Plots kreeg ik een ingeving uit de duizend.
“Ik ken een hele lieve oude man, die ook alleen is en waar je wel weer tot rust kunt komen” stelde ik haar voor. “Je zit niet in de drukte en het lawaai en ik zal je eten naar daar brengen”
Ik kon mijn zus haar gedachten niet lezen, maar ze ging gelukkig direct akkoord.
“Sus, dit is mijn zus, pas goed op haar, ik kan het nu niet uitleggen, maar ik kom straks eten brengen voor jullie allebei”. "Ik verjaar vandaag" en zonder er verder veel woorden aan vuil te maken liet ik die twee achter.
Die lieve oude man is 93 jaar, nog heel kwiek en spraakzaam en een schat uit de duizend..
Ik ben een paar keer gaan kijken of mijn oppasser zijn werk goed deed, want de hele situatie zat me niet echt lekker en ja hoor, telkens trof ik hen in een geanimeerd gesprek aan.
Ik heb twee keer een schotel lekker eten weggebracht en de laatste keer voorgesteld om het dessert in ons gezelschap te eten.
Zodra mijn zus en onze lieve buurman binnenkwamen vertikte mijn schoonbroer het om nog een woord te zeggen.
Na het dessert vertrokken mijn zus en schoonbroer gelukkig vrij snel en konden we probleemloos verder feesten tot ik weer een telefoontje kreeg van mijn zus.
“Mijn man is weggereden met de auto, wat moet ik doen” raasde zij helemaal in paniek. "Ik ga mijn kleren aandoen en hem zoeken"
Na een kwartiertje bellen, sussen, luisteren kon ik haar toch een beetje kalmeren. Plotseling zag ze de autosleutels netjes op hun vaste plaats hangen…Sic, de boze echtgenoot was gewoon direct gaan slapen en door haar stress kon ze niet eens meer normaal denken.
Ik heb rustig verder gefeest, mijn verjaardag, mijn feest, gedachten voor de zoveelste keer omkieperen, we zullen doorgaan… Eindelijk gewoon de tijd om met mijn gasten door te brengen, het was 22u30 ! Moet er nog zand zijn ???
Ik heb, ondanks alles, toch genoten van mijn dag maar moest het toch van mij afschrijven, het bleef vooral nadien plakken.
De operatie van het andere been van mijn zus is zonder complicaties verlopen, het mag al eens meezitten bij haar hé.

Lieve groetjes dagboekje, blij dat jij me een veilig plekje geeft
Littlestar

ria
Lid geworden op: 09 sep 2004, 13:19
Locatie: waar het goed is om wonen...

29 aug 2011, 16:29

Zo was ik eens ergens op ziekenbezoek, bij een lieve, rustige dame.
Plots wordt er aangebeld, een buurvrouw had mijn wagen gezien,
misschien kon zij een handje helpen?

Bereidwillig, dat wel, maar geen speld tussen te krijgen,
een heel verhaal, over ziekten en kwalen allerlei.
De dame, waar ik voor kwam, was stilletjes weggekropen in een hoekje.
Ik vond het echt zielig.
Je hebt zo van die mensen die, als ze ergens binnenkomen
de hele plaats vullen, letterlijk en figuurlijk.

Eerlijk gezegd ben ik ook ontgoocheld naar huis gereden.
Een volgende keer ga ik te voet, dat valt niet zo op.

Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is, dat weet ik wel,
maar toch, sommigen zingen wel eens vals
en het ergste is, ze merken het niet eens.:roll:

ria
Onder uw bescherming, o Moeder van God en ook onze moeder.