Bijna dagelijks boodschappen doen
Sinds ik met pensioen ben - en dat is al van in 2004, niet te geloven! - doe ik bijna dagelijks de boodschappen en ik meen van mezelf dat ik die taak volgens de regels van de kunst uitvoer. Ik krijg telkens weer een door Liliane opgesteld lijstje mee en houd mij daar strikt aan.
Het blijkt dat dit de economisch meest verantwoorde manier is om te handelen. Je koopt niets extra, dus loopt je niet het risico na enkele dagen in de frigo zaken terug te vinden, waarvan de geldigheidsdatum overschreden is.
Tevens weet je na een blik op het lijstje dat je weeral correct binnen het budget blijft, omdat je mettertijd ook bijna alle prijzen van de gewenste producten kent. Zij het dan dat ter zake en in de huidige crisis, al eens een verrassend bedrag op je kasticket staat.
Ik weet na al die jaren, waar wat in de rekken ligt, ondanks de verkooptechniek van de managers, die de gezochte zaken al eens van plaats verwisselen om je aandacht op een paar andere waren te trekken, zogezegde koopjes dan over het algemeen. Maar mij vangen ze daar niet meer mee, met die citroenen die ineens op de plaats van de appelen liggen. Alle ervaring die ik heb opgedaan leidt me direct naar het andere rek, waar ik cito presto het gewenste kan terugvinden.
Geen seconde verliezen
Ik verlies, bij die heuse rush door de zaak, geen seconde van mijn kostbare (?) tijd, maar vraag mij tegelijkertijd af of dit wel de juiste manier van doen is. Of ik mezelf voor dat half uurtje winst, het plezier van het rustige winkelen niet ontzeg. Plezier dat ik waarneem bij veel andere klanten, ook al ergeren die mij vaak in hun voor mij vertragende manier van doen. Ik zie ze dan genieten bij het aarzelend kiezen tussen drie soorten hesp, ook al beletten ze mij in één beweging een enkel en altijd hetzelfde pakje salami uit het rek te halen.
Waarvoor ik dan wel een tijdje moet wachten, want de betrokken mevrouw staat niet enkel te gapen naar de geciteerde vleeswaren, maar heeft ook nog de grote winkelkar naast zich gezet, om mij zo te beletten langs de andere kant aan mijn ‘gerief’ (zoals al eens gezegd wordt) te geraken.
Minuten oponthoud betekent dat.
Behalve voor die mevrouw, die er duidelijk genoegen aan beleeft haar definitieve keuze uit te stellen tot ze ongeveer alle pakjes gedraaid en gekeerd, ja bijna besnuffeld heeft.
Ervaring gewenst
Moeilijker nog wordt het aan de weegschalen, waar bepaalde klanten, zelfs met enige ervaring nog altijd niet weten op welke knop ze moeten drukken en of wat ze aan het wegen zijn, wel als de beste keuze mag beschouwd worden.
Jij, de efficiënte en enigszins gehaaste koper, mag dan aanschuiven aan een lange rij, die niet alleen door wachtende mensen, maar ook weeral door die karren opgehouden worden, karren die ze nochtans gemakkelijk een paar metertjes opzij hadden kunnen zetten.
Files
Plots valt het je dan in dat er, niet zover van die moeizaam vorderende ‘file’, nog een tweede weegschaal staat. Dat ik daar niet aan gedacht had, evenmin als een paar andere mensen, die ik vaak genoeg tegenkom om te veronderstellen dat ze ook een en ander van de zaak afweten. Met enige binnenpret keer ik mijn kar, in de letterlijk zin van het woord dan om, eens bij de andere weegschaal aangeland, vast te stellen dat daar het papier voor de tickets moet vervangen worden.
Nog altijd geen nood: wat verder kan ook gewogen worden, maar daar staat eveneens een even lange rij wachtenden. Terug dus naar de oorspronkelijke plek, waar intussen nog andere mensen met karren zijn aangeland. Nervositeit ten top gedreven, hoewel ik me dan toch afvraag waarom het mij niet gegeven is dat te doen waarmee die twee nieuwkomers bezig zijn: een rustig ‘klapke’, dat het wachten zoveel aangenamer maakt.
Horrormoment
Het absolute horrormoment beleef je dan op dinsdag, als de nieuwe ‘boekskes’ uitgekomen zijn en net dan de postbode je krant niet in de bus stak, zodat je er noodzakelijk een uit de supermarkt moet meebrengen. Maar geraak daar maar aan als een aantal mensen (oudere vrouwen vooral, sorry voor die vaststelling), rustig naast mekaar staan te lezen, als ze al geen conversatie begonnen zijn over wat ze zopas vernomen hebben over die ene filmster of die andere TV-vedette.
En afsluitend dieptepunt wacht de gehaaste klant dan bij herhaling aan de kassa, hoewel hij zich intussen en stilaan neergelegd heeft bij het lot, nooit het gestelde uur van thuiskomst te halen.
Slechte betalers
Er zijn twee soorten wat ik ‘slechte betalers’ zou kunnen noemen. De eerste categorie laat de kassierster rustig alle producten inscannen, schuift ze naar het einde van de band door en wacht tot alles op een hoopje ligt om dan pas in te pakken. En dat te doen alsof elk product op een vast plaats in de tas moet gestoken worden. Waarna ook het betalen enige tijd inneemt, want waar steekt ook weer die portemonnee in de overvolle sacoche?
Tweede soort topophouders zijnde zij die de kassiersters blijkbaar goed kennen en met hen een praatje beginnen, over het weer, over de pas voorbije vakantie of over de kleinkinderen.
Ik heb me dan intussen wel neergelegd bij dat voor mij zo ergerlijk gebeuren. Ik kom immers uit een tijd waarin dagelijks winkelen helemaal anders verliep. Toen gingen de vrouwen zelden of nooit op café, wel naar de bakker, de beenhouwer of de kruidenier, van wie ze de madammen, die onveranderlijk achter de toonbank stonden, die ze mettertijd zo goed kenden en met wie ze dan ook lange conversaties konden voeren.
Ik geraak er finaal milder gestemd door en vraag me af waarom ik mezelf nooit zo geen nutteloze, tijdrovende momenten gun. Maar ja, ik ga wel op café.
Auteur: Robert Janssens
5 reacties